Walden
Walden
Een man besluit de maatschappij achter zich te laten en alleen te gaan wonen in een eenvoudige hut bij een rustig meer in het bos. Hij brengt twee jaar door met het ontdekken van waar het leven werkelijk om draait wanneer het wordt teruggebracht tot alleen de basis.
Ik ben een kleine hut bij de vijver.
I am a small cabin by the pond.
Ik ben gemaakt van hout en heb één kamer.
I am made of wood and have one room.
Twee jaar lang woont een man genaamd Henry in mij. Henry is anders dan andere mensen.
For two years, a man named Henry lives inside me. Henry is different from other people.
Hij wil geen groot huis.
He does not want a big house.
Hij wil niet veel dingen.
He does not want many things.
Hij wil alleen eenvoudige dingen zoals voedsel, water en een warme plek om te slapen.
He only wants simple things like food, water, and a warm place to sleep.
Elke ochtend wordt Henry vroeg wakker.
Every morning, Henry wakes up early.
Hij kijkt uit mijn raam naar het water.
He looks out my window at the water.
De vijver is heel stil.
The pond is very quiet.
Soms ziet hij een eend of een vis springen.
Sometimes he sees a duck or a fish jump.
Henry glimlacht wanneer hij deze dingen ziet.
Henry smiles when he sees these things.
Henry kweekt zijn eigen voedsel.
Henry grows his own food.
Hij plant bonen en maïs achter mij.
He plants beans and corn behind me.
Hij werkt elke dag in de tuin.
He works in the garden every day.
Zijn handen worden vuil, maar hij is gelukkig.
His hands get dirty, but he is happy.
Hij zegt,
He says,
"Werk geeft me een goed gevoel."
"Work makes me feel good."
Veel mensen komen Henry bezoeken.
Many people come to visit Henry.
Ze vragen,
They ask,
"Waarom woon je in dit kleine huis?"
"Why do you live in this small house?"
"Waarom woon je niet in de stad?"
"Why don't you live in town?"
Henry vertelt hun,
Henry tells them,
"Ik wil eenvoudig leven."
"I want to live simply."
"Ik wil nadenken over belangrijke dingen."
"I want to think about important things."
's Avonds leest Henry boeken bij kaarslicht.
At night, Henry reads books by candlelight.
Soms schrijft hij in zijn notitieboek.
Sometimes he writes in his notebook.
Hij schrijft over de bomen, de dieren, en zijn gedachten.
He writes about the trees, the animals, and his thoughts.
Hij verveelt zich nooit.
He is never bored.
In de winter wordt de vijver ijs.
In winter, the pond becomes ice.
Henry hakt hout om mij warm te houden.
Henry cuts wood to keep me warm.
De sneeuw bedekt mijn dak als een witte hoed.
Snow covers my roof like a white hat.
Henry zegt dat de winter ook mooi is.
Henry says winter is beautiful too.
Na twee jaar verlaat Henry me.
After two years, Henry leaves me.
Maar ik herinner me hem.
But I remember him.
Hij leerde me dat geluk niet voortkomt uit grote dingen.
He taught me that happiness does not come from big things.
Het komt van eenvoudige dingen zoals zonlicht, water en stille gedachten.
It comes from simple things like sunshine, water, and quiet thoughts.
Nu komen andere mensen bij me op bezoek.
Now other people visit me.
Ze zitten bij de vijver en denken na over Henry's woorden.
They sit by the pond and think about Henry's words.
Ze leren dat soms minder meer is.
They learn that sometimes less is more.