The Metamorphoses
De Metamorfosen
A young man wakes up one morning to discover he has transformed into a giant insect, shocking his family and changing his life forever. This strange event forces everyone around him to face difficult truths about love, duty, and what it means to be human.
My name is Mirror.
Mijn naam is Spiegel.
I live in the school bathroom.
Ik woon in de schooltoilet.
Every day, I see many things.
Elke dag zie ik veel dingen.
Today, a new girl came to school.
Vandaag kwam er een nieuw meisje op school.
Her name is Maya.
Haar naam is Maya.
She looked at me and said,
Ze keek me aan en zei,
"I am so ugly."
"Ik ben zo lelijk."
"I hate my nose."
"Ik haat mijn neus."
"I hate my hair."
"Ik haat mijn haar."
I wanted to tell her,
Ik wilde haar vertellen,
"You are beautiful!"
"Je bent mooi!"
But mirrors cannot talk.
Maar spiegels kunnen niet praten.
Maya came back every day.
Maya kwam elke dag terug.
She looked at me and said bad things about herself.
Ze keek naar me en zei slechte dingen over zichzelf.
"My eyes are too small."
"Mijn ogen zijn te klein."
"My skin is bad."
"Mijn huid is slecht."
"Nobody likes me."
Niemand vindt me aardig.
But I saw something different.
Maar ik zag iets anders.
I saw her help a small boy find his lunch box.
Ik zag haar een kleine jongen helpen zijn lunchtrommeltje te vinden.
I saw her give her pencil to a friend.
Ik zag haar haar potlood aan een vriend geven.
I saw her smile when she read books.
Ik zag haar glimlachen toen ze boeken las.
One day, Maya's friend Emma came with her.
Op een dag kwam Maya's vriendin Emma met haar mee.
Emma looked at me and said,
Emma keek naar me en zei,
"Maya, you are so pretty!"
"Maya, je bent zo mooi!"
"And you are the kindest person I know."
"En jij bent de liefste persoon die ik ken."
Maya looked at me again.
Maya keek me opnieuw aan.
This time, she saw something new.
Deze keer zag ze iets nieuws.
She saw her kind eyes.
Ze zag haar vriendelijke ogen.
She saw her helpful hands.
Ze zag haar behulpzame handen.
She saw her beautiful smile.
Ze zag haar mooie glimlach.
"Maybe I am not so bad,"
"Misschien ben ik niet zo slecht,"
Maya said to me. From that day, Maya looked at me differently.
zei Maya tegen mij. Vanaf die dag keek Maya anders naar mij.
She saw her good heart in her face.
Ze zag haar goede hart in haar gezicht.
She saw her smart mind in her eyes.
Ze zag haar scherpe verstand in haar ogen.
I am just a mirror.
Ik ben slechts een spiegel.
But I learned something important.
Maar ik heb iets belangrijks geleerd.
Beauty is not just what you see.
Schoonheid is niet alleen wat je ziet.
Beauty is who you are inside.
Schoonheid is wie je van binnen bent.
Now when Maya looks at me, she smiles.
Nu wanneer Maya naar me kijkt, glimlacht ze.
And when she smiles, the whole bathroom becomes brighter.
En wanneer ze glimlacht, wordt de hele badkamer lichter.
Maya changed.
Maya veranderde.
But really, she just learned to see herself the right way.
Maar eigenlijk leerde ze zichzelf gewoon op de juiste manier te zien.