Misdaad en straf
Mijn naam is Whiskers.
My name is Whiskers.
Ik ben een kat.
I am a cat.
Ik woon in een klein appartementengebouw in de stad.
I live in a small apartment building in the city.
Er woont boven een jonge man die Ray heet.
There is a young man named Ray who lives upstairs.
Hij is erg mager en ziet er altijd droevig uit.
He is very thin and always looks sad.
Hij heeft geen geld en geen werk.
He has no money and no job.
Soms geeft hij me kleine stukjes brood.
Sometimes he gives me small pieces of bread.
Ray denkt dat hij erg slim is.
Ray thinks he is very smart.
Hij denkt dat sommige mensen bijzonder zijn en andere niet.
He thinks some people are special and some people are not.
Hij denkt dat bijzondere mensen slechte dingen mogen doen als het de wereld helpt.
He thinks special people can do bad things if it helps the world.
Er is een oude vrouw die beneden woont.
There is an old woman who lives downstairs.
Zij leent geld uit aan arme mensen.
She lends money to poor people.
Maar ze neemt te veel geld terug.
But she takes too much money back.
Ze is gemeen tegen iedereen.
She is mean to everyone.
Zelfs tegen mij.
Even to me.
Ze schopt me als ik bij haar deur loop.
She kicks me when I walk near her door.
Op een dag gaat Ray naar de oude vrouw toe.
One day, Ray goes to see the old woman.
Hij neemt een grote hamer mee.
He takes a big hammer with him.
Ik volg hem omdat katten nieuwsgierig zijn.
I follow him because cats are curious.
Ray slaat de oude vrouw met de hamer.
Ray hits the old woman with the hammer.
Zij valt neer.
She falls down.
Ze staat niet op.
She does not get up.
Er is overal bloed.
There is blood everywhere.
Ik ren weg en verstop me.
I run away and hide.
De zus van de oude vrouw komt op bezoek.
The old woman's sister comes to visit.
Ze ziet wat er gebeurd is.
She sees what happened.
Ray slaat haar ook.
Ray hits her too.
Nu zijn er twee mensen dood.
Now two people are dead.
Ray rent terug naar zijn kamer.
Ray runs back to his room.
Hij trilt.
He is shaking.
Hij kan niet eten.
He cannot eat.
Hij kan niet slapen.
He cannot sleep.
Hij dwaalt door de stad als een geest.
He walks around the city like a ghost.
Een politierechercheur komt vragen stellen.
A police detective comes to ask questions.
Zijn naam is Rechercheur Park.
His name is Detective Park.
Hij is erg slim.
He is very smart.
Hij weet dat Ray iets slechts heeft gedaan.
He knows Ray did something bad.
Maar hij heeft geen bewijs.
But he has no proof.
Ray voelt zich elke dag ziek.
Ray feels sick every day.
Hij ziet de dode vrouwen in zijn dromen.
He sees the dead women in his dreams.
Hij kan niet gelukkig zijn.
He cannot be happy.
De schuld vreet aan zijn hart als een hongerige muis.
The guilt eats his heart like a hungry mouse.
Ray ontmoet een lief meisje genaamd Sophie.
Ray meets a kind girl named Sophie.
Ze is arm maar ze helpt haar zieke vader.
She is poor but she helps her sick father.
Ze is goed en zuiver.
She is good and pure.
Ray houdt van haar maar voelt zich vuil naast haar.
Ray loves her but feels dirty next to her.
Rechercheur Park blijft Ray vragen stellen.
Detective Park keeps asking Ray questions.
Ray wordt steeds banger.
Ray becomes more and more scared.
Zijn handen trillen.
His hands shake.
Hij zegt vreemde dingen.
He says strange things.
Uiteindelijk kan Ray zijn geheim niet langer dragen.
Finally, Ray cannot carry his secret anymore.
Het is te zwaar voor zijn hart.
It is too heavy for his heart.
Hij vertelt Sophie alles.
He tells Sophie everything.
Ze huilt maar ze houdt nog steeds van hem.
She cries but she still loves him.
"Je moet het de politie vertellen,"
"You must tell the police,"
zegt Sophie.
Sophie says.
"Alleen dan kan je hart weer zuiver zijn."
"Only then can your heart be clean again."
Ray gaat naar het politiebureau.
Ray goes to the police station.
Hij vertelt rechercheur Park de waarheid.
He tells Detective Park the truth.
"Ik heb de oude vrouw en haar zus vermoord,"
"I killed the old woman and her sister,"
zegt hij.
he says.
Ze hebben Ray jarenlang in de gevangenis gezet.
They put Ray in prison for many years.
Maar langzaam wordt zijn hart lichter.
But slowly, his heart becomes lighter.
Hij leert dat alle mensen belangrijk zijn.
He learns that all people are important.
Hij leert spijt te hebben van wat hij deed.
He learns to be sorry for what he did.
Sophie wacht op hem.
Sophie waits for him.
Ze bezoekt hem in de gevangenis.
She visits him in prison.
Ze brengt hem boeken en hoop.
She brings him books and hope.
Wanneer Ray uit de gevangenis komt, is hij veranderd.
When Ray comes out of prison, he is different.
Hij is nu aardig.
He is kind now.
Hij helpt andere mensen.
He helps other people.
Hij trouwt met Sophie en zij zijn gelukkig.
He marries Sophie and they are happy.
Ik ben er nog steeds, kijkend vanuit mijn raam.
I am still here, watching from my window.
Ik heb ook iets geleerd.
I learned something too.
Zelfs katten weten dat slechte dingen doen je hart zwaar maakt.
Even cats know that doing bad things makes your heart heavy.
Liefde en spijt kunnen het weer licht maken.
Love and being sorry can make it light again.
Het einde.
The end.