Mansfield Park
Mansfield Park
Een arm jong meisje genaamd Fanny Price gaat wonen bij haar rijke familie op hun grote landgoed. Ze moet haar plek vinden in deze nieuwe wereld terwijl ze trouw blijft aan haar waarden en ontdekt waar ze werkelijk thuishoort.
Mevrouw Snorharen de kat woonde in een groot huis genaamd Mansfield Park.
Mrs. Whiskers the cat lived in a big house called Mansfield Park.
Zij zag alles wat daar gebeurde.
She saw everything that happened there.
Een arm meisje genaamd Fanny kwam bij haar rijke oom wonen.
A poor girl named Fanny came to live with her rich uncle.
Fanny was erg stil en verlegen.
Fanny was very quiet and shy.
De rijke familie behandelde haar niet altijd goed.
The rich family did not always treat her well.
Mevrouw Snorharen zag Fanny opgroeien.
Mrs. Whiskers watched Fanny grow up.
Fanny had twee nichtjes, Maria en Julia.
Fanny had two cousins, Maria and Julia.
Ze waren mooi maar niet erg vriendelijk.
They were pretty but not very kind.
Fanny had ook een neef die Edmund heette.
Fanny also had a cousin named Edmund.
Hij was aardig tegen Fanny.
He was nice to Fanny.
Mevrouw Whiskers kon zien dat Fanny heel veel van Edmund hield.
Mrs. Whiskers could see that Fanny loved Edmund very much.
Op een dag kwamen er nieuwe mensen op bezoek.
One day, some new people came to visit.
Henry en Mary Crawford heetten zij.
Henry and Mary Crawford were their names.
Henry was knap maar slecht.
Henry was handsome but bad.
Mary was mooi maar egoïstisch.
Mary was beautiful but selfish.
Mevrouw Snorharen vertrouwde hen niet.
Mrs. Whiskers did not trust them.
Henry probeerde alle meisjes verliefd op hem te maken.
Henry tried to make all the girls love him.
Hij maakte Maria erg ongelukkig.
He made Maria very unhappy.
Maria probeerde Edmund ertoe te brengen van haar te houden.
Mary tried to make Edmund love her.
Dit maakte Fanny verdrietig.
This made Fanny sad.
Mevrouw Snorharen zag alles vanaf haar favoriete plekje bij het raam.
Mrs. Whiskers saw everything from her favorite spot by the window.
Ze zag Fanny vele malen huilen.
She watched Fanny cry many times.
Ze zag hoe de familie gemeen tegen Fanny was. Toen gebeurde er iets ergs.
She watched the family be mean to Fanny. Then something bad happened.
Maria liep weg met Henry.
Maria ran away with Henry.
De familie was erg van streek.
The family was very upset.
Julia liep ook weg om te trouwen.
Julia also ran away to get married.
Mevrouw Whiskers was niet verrast.
Mrs. Whiskers was not surprised.
Ze wist dat Henry problemen betekende.
She knew Henry was trouble.
Eindelijk zag Edmund de waarheid.
Finally, Edmund saw the truth.
Mary was niet goed voor hem.
Mary was not good for him.
Hij besefte dat Fanny de beste persoon was die hij kende.
He realized that Fanny was the best person he knew.
Fanny was vriendelijk, eerlijk en oprecht.
Fanny was kind, honest, and true.
Edmund vroeg Fanny ten huwelijk.
Edmund asked Fanny to marry him.
Fanny was zo gelukkig!
Fanny was so happy!
Mevrouw Snorharen spinde luid.
Mrs. Whiskers purred loudly.
Ze wist dat dit zou gebeuren vanaf het begin.
She knew this would happen all along.
Het stille, arme meisje werd de gelukkigste persoon in Mansfield Park.
The quiet, poor girl became the happiest person in Mansfield Park.
En mevrouw Whiskers had de beste plek om het allemaal gade te slaan.
And Mrs. Whiskers had the best seat to watch it all.