Leviticus Patronen van Heiligheid

Verse kampvuren omringden de tent toen God vanuit de tabernakel tot Mozes sprak.

Frische Lagerfeuer umgaben das Zelt, als Gott aus dem Heiligtum zu Mose sprach.

Hij beval priesters offers te brengen zodat het volk vrede kon herstellen na zonde.

Er wies die Priester an, Opfer zu bringen, damit das Volk nach Sünde Frieden wiederherstellen konnte.

Graan-, gemeenschap-, schulden brandoffers leerden elk een andere manier om dichterbij te komen.

Speise-, Gemeinschafts-, Schuld- und Brandopfer lehrten jeweils einen anderen Weg, sich zu nähern.

Bloed gesprenkeld op het altaar herinnerde iedereen dat het leven alleen aan God toebehoorde.

Blut, das auf den Altar gesprengt wurde, erinnerte alle daran, dass das Leben nur Gott gehörte.

Aäron en zijn zonen werden gewassen, in blauw en goud gekleed en gezalfd voor dienst.

Aaron und seine Söhne wurden gewaschen, in Blau und Gold gekleidet und zum Dienst gesalbt.

Vuur sloeg uit van Gods aanwezigheid om het altaar te ontsteken en waarschuwde het kamp om aanbidding met ontzag te benaderen.

Feuer loderte aus Gottes Gegenwart und entzündete den Altar, als Warnung, den Gottesdienst mit Ehrfurcht zu behandeln.

Wetten legden uit welke dieren rein waren voor maaltijden en welke wezens ziekte droegen.

Gesetze erklärten, welche Tiere für Mahlzeiten rein waren und welche Wesen Krankheit trugen.

Moeders, boeren en herders leerden hoe reinigingsriten hen opnieuw bij de gemeenschap brachten.

Mütter, Bauern und Hirten lernten, wie Reinigungsriten sie wieder zur Gemeinschaft zurückführten.

Op de Grote Verzoendag toonden twee bokken het volk genade, één geofferd en één naar de woestijn gestuurd.

Am Versöhnungstag zeigten zwei Böcke dem Volk Gnade, einer wurde geopfert und einer in die Wüste geschickt.

De heiligheidswet riep buren op graan voor de armen te laten liggen en wraak te weigeren.

Der Heiligkeitskodex forderte Nachbarn auf, Korn für die Armen stehen zu lassen und auf Rache zu verzichten.

Het gebood Israël geen wrede afgoden te kopiëren of dagloners tot na zonsondergang uit te buiten.

Es befahl Israel, keine grausamen Götzen zu kopieren oder Tagelöhner vor Sonnenuntergang auszubeuten.

Priesters bewaakten het heiligdom terwijl ze hun eigen hart tegen wijn en trots beschermden.

Priester bewachten das Heiligtum und zugleich ihre Herzen vor Wein und Stolz.

De feesten van Pascha, Weken en Loofhutten vormden een kalender van dankbaarheid door het jaar heen.

Die Feste von Passah, Wochen und Laubhütten bildeten einen Jahreskalender der Dankbarkeit.

Sabbatjaren en Jubelhoorns leerden het land rusten en families verloren huizen terug te krijgen.

Sabbatjahre und Jubelhörner lehrten das Land zu ruhen und Familien verlorene Häuser zurückzugewinnen.

Zegeningen beloofden regen en veiligheid als het verbond geëerd bleef, maar ballingschap als verharde harten weigerden.

Segnungen versprachen Regen und Sicherheit, wenn der Bund geehrt blieb, doch Exil, falls harte Herzen sich weigerten.

Moraal: Heiligheid bloeit wanneer gerechtigheid, aanbidding en compassie samen optrekken.

Moral: Heiligkeit gedeiht, wenn Gerechtigkeit, Anbetung und Mitgefühl gemeinsam wirken.