Het Huis van de Zeven Gevels
Mijn naam is Rosie.
My name is Rosie.
Ik ben een huis.
I am a house.
Ik heb zeven puntige toppen op mijn dak.
I have seven pointy tops on my roof.
Mensen noemen ze gevels.
People call them gables.
Ik ben heel oud.
I am very old.
Ik ben hier al tweehonderd jaar.
I have been here for two hundred years.
Ik ben moe.
I am tired.
Ik ben verdrietig.
I am sad.
Slechte dingen gebeurden lang geleden in mij.
Bad things happened in me long ago.
Er stierf een man in mijn voorkamer.
A man died in my front room.
Mensen zeiden dat een andere man hem had gedood.
People said another man killed him.
Maar dat was niet waar.
But that was not true.
De echte moordenaar was rijk en gemeen.
The real killer was rich and mean.
Hij vertelde leugens.
He told lies.
De goede man ging naar de gevangenis en stierf daar.
The good man went to jail and died there.
Nu leeft zijn familie in mij.
Now his family lives in me.
Ze zijn arm vanwege de oude leugens.
They are poor because of the old lies.
De gemene familie werd zeer rijk.
The mean family became very rich.
Ze wonen in grote huizen en hebben veel geld.
They live in big houses and have lots of money.
Maar ik ken de waarheid.
But I know the truth.
Een jonge vrouw genaamd Phoebe komt in mij wonen.
A young woman named Phoebe comes to live in me.
Ze is gelukkig en vriendelijk.
She is happy and kind.
Zij laat me me beter voelen.
She makes me feel better.
Ze opent mijn ramen.
She opens my windows.
Ze laat de zon binnenkomen.
She lets the sun come in.
Ze plant bloemen in mijn tuin.
She plants flowers in my garden.
Een oude vrouw genaamd Hepzibah leeft ook in mij.
An old woman named Hepzibah lives in me too.
Zij is verdrietig en boos.
She is sad and angry.
Ze opent een winkeltje in mijn voorkamer.
She opens a little shop in my front room.
Ze verkoopt snoep en speelgoed aan kinderen.
She sells candy and toys to children.
In het begin is ze bang.
At first, she is scared.
Maar Phoebe helpt haar glimlachen.
But Phoebe helps her smile.
Een jonge man komt op bezoek.
A young man comes to visit.
Hij maakt foto's met een bijzondere doos.
He takes pictures with a special box.
Hij is aardig zoals Phoebe.
He is kind like Phoebe.
Hij doet Hepzibah lachen.
He makes Hepzibah laugh.
Dan gebeurt er iets wonderlijks.
Then something wonderful happens.
We vinden oude papieren verstopt in mijn muren.
We find old papers hidden in my walls.
De papieren vertellen de waarheid over de oude moord.
The papers tell the truth about the old murder.
De goede familie had vanaf het begin gelijk.
The good family was right all along.
De gemene familie had het mis.
The mean family was wrong.
Nu ben ik gelukkig.
Now I am happy.
De vloek is verbroken.
The curse is broken.
Goede mensen leven weer in mij.
Good people live in me again.
Mijn muren zijn warm.
My walls are warm.
Mijn kamers zijn helder.
My rooms are bright.
Kinderen spelen in mijn tuin.
Children play in my garden.
Ik ben nog steeds oud, maar ik ben niet meer verdrietig.
I am still old, but I am not sad anymore.
De liefde woont nu in mijn zeven gevels.
Love lives in my seven gables now.