Gullivers Reizen
Gulliver's Travels
Een scheepsdokter genaamd Gulliver raakt gestrand op mysterieuze eilanden tijdens zijn zeereizen. Hij ontdekt vreemde nieuwe werelden waar alles totaal anders is dan wat hij kent.
Mijn naam is Lily. Ik ben een kleine mier.
My name is Lily. I am a tiny ant.
Vandaag wil ik je vertellen over de vreemdste dag van mijn leven.
Today I want to tell you about the strangest day of my life.
Ik liep door het woud op zoek naar voedsel.
I was walking in the forest looking for food.
Plotseling zag ik iets enorms op de grond.
Suddenly, I saw something huge on the ground.
Het was groter dan een boom!
It was bigger than a tree!
Het had een wit gezicht en geel haar bovenop.
It had a white face and yellow hair on top.
Het ademde!
It was breathing!
"O nee!"
"Oh no!"
dacht ik.
I thought.
"Wat is dit reusachtige monster?"
"What is this giant monster?"
Maar toen opende de reus zijn ogen.
But then the giant opened his eyes.
Hij keek erg verward.
He looked very confused.
"Waar ben ik?"
"Where am I?"
zei de reus.
the giant said.
Zijn stem was als donder.
His voice was like thunder.
Ik was zeer moedig.
I was very brave.
Ik liep dichter naar zijn oor toe.
I walked closer to his ear.
"Hallo, reus!"
"Hello, giant!"
Ik schreeuwde zo hard als ik kon.
I shouted as loud as I could.
"Je bent in het Mierenbos!"
"You are in Ant Forest!"
De reus keek om zich heen.
The giant looked around.
Hij zag mij en glimlachte.
He saw me and smiled.
"Hallo, kleine mier."
"Hello, little ant."
"Mijn naam is Gulliver."
"My name is Gulliver."
"Ik was op een groot schip."
"I was on a big boat."
Er was een storm.
"There was a storm."
Nu ben ik hier.
"Now I am here."
Al snel kwamen al mijn mierenvrienden om Gulliver te zien.
Soon, all my ant friends came to see Gulliver.
We klommen op zijn armen en benen.
We climbed on his arms and legs.
Hij was zo groot!
He was so big!
Zijn vinger was groter dan mijn hele lichaam.
His finger was bigger than my whole body.
Gulliver was zeer vriendelijk.
Gulliver was very kind.
Hij help ons zware bladeren naar ons huis te dragen.
He helped us carry heavy leaves to our home.
Hij beschermde ons tegen de regen met zijn hand.
He protected us from the rain with his hand.
Hij vertelde ons verhalen over zijn wereld waar iedereen reuzengrootte heeft.
He told us stories about his world where everyone is giant-sized.
Wij toonden hem onze kleine mierenstad.
We showed him our tiny ant city.
We gaven hem zoete druppels honing.
We gave him sweet drops of honey.
Maar de honingdruppels waren te klein voor hem.
But the honey drops were too small for him.
Hij had er duizenden van nodig!
He needed thousands of them!
Na drie dagen kwamen er enkele reuzen naar Gulliver op zoek.
After three days, some giant people came looking for Gulliver.
Ze namen hem mee in een grote boot.
They took him away in a big boat.
"Vaarwel, kleine vriendjes!"
"Goodbye, little friends!"
riep Gulliver naar ons. Nu wanneer ik mijn kinderen over reuzen vertel, denken zij dat ik verhalen verzin.
Gulliver called to us. Now when I tell my children about giants, they think I am making stories.
Maar ik ken de waarheid.
But I know the truth.
Soms kunnen groot en klein vrienden zijn.
Sometimes big and small can be friends.