De Muizen in Beraad
Veel muizen woonden in een huis.
Many mice lived in a house.
Een grote kat woonde daar ook.
A big cat lived there too.
De kat was zeer bedreven in het vangen van muizen.
The cat was very good at catching mice.
De muizen waren bang.
The mice were scared.
Ze konden niet naar buiten om voedsel te zoeken.
They could not go out to find food.
Op een dag kwamen alle muizen samen.
One day, all the mice met together.
Ze wilden praten over het kattenprobleem.
They wanted to talk about the cat problem.
Een oude muis zei,
An old mouse said,
"We moeten iets doen aan deze kat."
"We must do something about this cat."
"Het is te gevaarlijk voor ons."
"It is too dangerous for us."
Een jonge muis zei,
A young mouse said,
"Ik heb een idee!"
"I have an idea!"
"Laten we een bel om de nek van de kat doen."
"Let's put a bell around the cat's neck."
"Als de kat beweegt, zal de bel rinkelen."
"When the cat moves, the bell will ring."
We zullen het horen aankomen en wegrennen.
"We will hear it coming and run away."
Alle muizen vonden dit een prachtig idee.
All the mice thought this was a wonderful idea.
Ze waren erg blij en opgewonden.
They were very happy and excited.
Toen stond er een heel oude muis op.
Then a very old mouse stood up.
Hij vroeg,
He asked,
"Dit is een goed plan."
"This is a good plan."
"Maar vertel me - wie zal de kat de bel omdoen?"
"But tell me - who will put the bell on the cat?"
Alle muizen werden stil.
All the mice became quiet.
Niemand wilde in de buurt van de gevaarlijke kat komen.
Nobody wanted to go near the dangerous cat.
Niemand wilde de bel om de nek van de kat hangen.
Nobody wanted to put the bell on the cat's neck.
De muizen gingen naar huis.
The mice went home.
Ze hadden nog steeds hetzelfde probleem met de kat.
They still had the same problem with the cat.