De Klokkenluider van de Notre-Dame
The Hunchback of Notre-Dame
In middeleeuws Parijs woont een vriendelijke maar eenzame klokkenluider verborgen in de torens van de Notre-Dame kathedraal. Wanneer hij een mooie danseres ontmoet, verandert hun vriendschap beide levens voor altijd.
Ik ben Waterspuwer Nummer Zeven.
I am Gargoyle Number Seven.
Ik zit op de grote kerk die Notre-Dame heet.
I sit on the big church called Notre-Dame.
Ik ben hier al 500 jaar.
I have been here for 500 years.
Ik zie alles.
I see everything.
Vandaag wil ik je vertellen over mijn vriend Quasi.
Today I want to tell you about my friend Quasi.
Hij woont samen met mij in de klokkentoren.
He lives in the bell tower with me.
Quasi heeft een grote rug en het ene oog is kleiner dan het andere.
Quasi has a big back and one eye is smaller than the other.
Maar hij heeft het grootste hart van heel Parijs. Quasi luidt elke dag de klokken.
But he has the biggest heart in all of Paris. Quasi rings the bells every day.
BONG!
DONG!
DONG!
DONG!
DONG!
DONG!
Het geluid is zo hard, maar ik vind het mooi.
The sound is so loud, but I like it.
De mensen in de stad beneden vinden Quasi eng.
The people in the city below think Quasi is scary.
Ze hebben het mis.
They are wrong.
Hij voedt de vogels.
He feeds the birds.
Hij praat tegen me wanneer hij verdrietig is.
He talks to me when he is sad.
Hij maakt prachtige houten dieren met zijn handen.
He makes beautiful wood animals with his hands.
Op een dag komt er een meisje naar onze kerk.
One day, a girl comes to our church.
Haar naam is Esmeralda.
Her name is Esmeralda.
Ze heeft lang zwart haar en ze danst op straat.
She has long black hair and she dances in the street.
De gemene rechter wil haar pijn doen omdat ze anders is.
The mean judge wants to hurt her because she is different.
Quasi ziet dit vanuit onze toren.
Quasi sees this from our tower.
"Ik moet haar helpen,"
"I must help her,"
zegt Quasi tegen me.
Quasi tells me.
"Wees voorzichtig, mijn vriend,"
"Be careful, my friend,"
zeg ik.
I say.
Maar alleen hij kan mij horen praten.
But only he can hear me talk.
Quasi klimt langs de kerkmuren naar beneden.
Quasi climbs down the church walls.
Hij is zeer sterk.
He is very strong.
Hij redt Esmeralda van de slechte mannen.
He saves Esmeralda from the bad men.
Hij brengt haar naar onze toren.
He brings her to our tower.
Ze is niet bang voor hem zoals andere mensen.
She is not scared of him like other people.
"Dank je wel,"
"Thank you,"
zegt ze.
she says.
"Je bent aardig."
"You are kind."
Voor de eerste keer glimlacht Quasi een echte glimlach.
For the first time, Quasi smiles a real smile.
De rechter komt met veel soldaten.
The judge comes with many soldiers.
Er is een grote strijd.
There is a big fight.
Overal ontstaat vuur.
Fire starts everywhere.
Ik maak me grote zorgen.
I am very worried.
Maar de liefde wint.
But love wins.
Dat doet het altijd.
It always does.
Quasi en Esmeralda ontsnappen samen.
Quasi and Esmeralda escape together.
Ze vluchten ver van Parijs naar een plek waar mensen anderen niet beoordelen op hun uiterlijk.
They run far from Paris to a place where people do not judge others for how they look.
Nu zit ik alleen op mijn kerk.
Now I sit alone on my church.
Maar ik ben gelukkig.
But I am happy.
Mijn vriend heeft de liefde gevonden.
My friend found love.
Soms 's nachts hoor ik de wind hun namen fluisteren.
Sometimes at night, I hear the wind whisper their names.
En ik wacht tot nieuwe verhalen beginnen.
And I wait for new stories to begin.