De Kale Man en de Vlieg
Een man had geen haar op zijn hoofd.
A man had no hair on his head.
Hij was volledig kaal.
He was completely bald.
Op een dag landde er een kleine vlieg op zijn hoofd.
One day, a small fly landed on his head.
De vlieg beet hem.
The fly bit him.
Het deed pijn.
It hurt.
De man werd boos.
The man got angry.
Hij wilde de vlieg doden.
He wanted to kill the fly.
Hij hief zijn hand hoog in de lucht.
He lifted his hand high in the air.
Toen sloeg hij zichzelf heel hard op zijn hoofd.
Then he hit his own head very hard.
Maar de vlieg was te snel.
But the fly was too fast.
Hij vloog snel weg.
It flew away quickly.
De man raakte alleen zijn eigen hoofd.
The man hit only his own head.
Zijn hoofd deed nu erg pijn.
His head hurt a lot now.
De pijn was veel erger dan de vliegenbeet.
The pain was much worse than the fly bite.
De vlieg lachte de man uit.
The fly laughed at the man.
"Je probeerde me te doden,"
"You tried to kill me,"
zei de vlieg.
said the fly.
"Maar je doet alleen jezelf pijn."
"But you only hurt yourself."
"Je bezorgde jezelf meer pijn voor zo'n kleine hap."
"You gave yourself more pain for such a small bite."
De man voelde zich dwaas.
The man felt foolish.
Hij leerde dat we onze problemen soms erger maken wanneer we te boos worden.
He learned that sometimes we make our problems worse when we get too angry.