Cover of The Shepherd Boy and the Wolf

De Herdersjongen en de Wolf

The Shepherd Boy and the Wolf

Een jonge herdersjongen past op zijn schapen in de heuvels en ontdekt dat anderen voor de gek houden tot ernstige problemen kan leiden. Wanneer hij de hulp het hardst nodig heeft, leert hij een belangrijke les over eerlijkheid en vertrouwen.

Review
Compare with:

Er was een jonge jongen die voor schapen zorgde.

There was a young boy who took care of sheep.

Elke dag hoedde hij de schapen op een heuvel nabij zijn dorp.

Every day, he watched the sheep on a hill near his village.

De jongen verveelde zich.

The boy was bored.

Hij wilde wat plezier hebben.

He wanted to have some fun.

Dus kreeg hij een slecht idee.

So he had a bad idea.

Help!

"Help!"

"Help!"

"Help!"

riep de jongen.

the boy shouted.

"Er komt een wolf!"

"A wolf is coming!"

"De wolf wil mijn schapen opeten!"

"The wolf wants to eat my sheep!"

De mensen in het dorp hoorden hem.

The people in the village heard him.

Ze renden de heuvel op om de jongen te helpen.

They ran up the hill to help the boy.

Maar toen ze daar aankwamen, zagen ze geen wolf.

But when they got there, they saw no wolf.

De jongen lachte.

The boy was laughing.

"Ik was alleen maar aan het spelen!"

"I was just playing!"

zei de jongen.

said the boy.

"Er is geen wolf!"

"There is no wolf!"

De mensen waren boos.

The people were angry.

Zij gingen terug naar het dorp.

They went back to the village.

Een paar dagen later deed de jongen hetzelfde opnieuw.

A few days later, the boy did the same thing again.

Help!

"Help!"

"Help!"

"Help!"

riep hij.

he shouted.

"Er is hier een wolf!"

"A wolf is here!"

"Kom snel!"

"Come quickly!"

Opnieuw renden de mensen de heuvel op.

Again, the people ran up the hill.

Opnieuw was er geen wolf.

Again, there was no wolf.

De jongen lachte weer.

The boy was laughing again.

"Je hebt ons bedrogen!"

"You tricked us!"

zeiden de mensen.

said the people.

Ze waren erg boos.

They were very angry.

Ze gingen terug naar het dorp.

They went back to the village.

Op een dag kwam er een echte wolf naar de heuvel.

One day, a real wolf came to the hill.

De wolf was groot en hongerig.

The wolf was big and hungry.

Hij wilde het schaap opeten.

It wanted to eat the sheep.

Help!

"Help!"

"Help!"

"Help!"

riep de jongen.

shouted the boy.

"Er is echt een wolf!"

"A wolf is really here!"

"Kom alsjeblieft en help me!"

"Please come and help me!"

Maar deze keer kwam er niemand.

But this time, nobody came.

De mensen in het dorp hoorden de jongen, maar zij geloofden hem niet.

The people in the village heard the boy, but they did not believe him.

"Hij liegt weer,"

"He is lying again,"

zeiden ze.

they said.

"Wij zullen niet gaan."

"We will not go."

De wolf at veel van de schapen.

The wolf ate many of the sheep.

De jongen was erg verdrietig en bang.

The boy was very sad and scared.

Niemand gelooft een leugenaar, zelfs niet wanneer hij de waarheid spreekt.

Nobody believes a liar, even when they tell the truth.