De Geheime Tuin
Ik ben een oude eikenboom.
I am an old oak tree.
Ik heb honderd jaar in deze tuin geleefd.
I have lived in this garden for one hundred years.
Ik heb veel verhalen om je te vertellen.
I have many stories to tell you.
Tien jaar geleden plantte een man rozen om mij heen.
Ten years ago, a man planted roses around me.
Hij hield heel veel van zijn vrouw.
He loved his wife very much.
Zij zat elke dag onder mijn takken.
She would sit under my branches every day.
We waren gelukkig samen.
We were happy together.
Toen werd de vrouw ziek.
Then the woman got sick.
Ze stierf.
She died.
De man was erg bedroefd.
The man was very sad.
Hij sloot de tuin af met een grote sleutel.
He locked the garden with a big key.
Hij ging weg.
He went away.
Niemand kwam me meer opzoeken.
Nobody came to visit me anymore.
De rozen hielden op met groeien.
The roses stopped growing.
Het gras werd hoog en wild.
The grass became tall and wild.
Vogels maakten nesten in mijn takken.
Birds made nests in my branches.
Ik voelde me eenzaam, maar ik wachtte.
I felt lonely, but I waited.
Gisteren gebeurde er iets wonderbaarlijks.
Yesterday, something wonderful happened.
Een klein meisje vond de sleutel!
A little girl found the key!
Ze was mager en bleek.
She was thin and pale.
Ze zag er verdrietig uit, net als de man.
She looked sad like the man.
Het meisje opende de tuindeur.
The girl opened the garden door.
Ze zag me en glimlachte.
She saw me and smiled.
"Hallo, oude boom,"
"Hello, old tree,"
zei ze.
she said.
"Deze plek is magisch!"
"This place is magic!"
Ze bracht twee vrienden mee - een jongen uit het dorp en een zieke jongen uit het grote huis.
She brought two friends - a boy from the village and a sick boy from the big house.
Ze werkten elke dag samen.
They worked together every day.
Ze plantten nieuwe bloemen.
They planted new flowers.
Ze maaiden het wilde gras.
They cut the wild grass.
Ze besproeidden mijn wortels.
They watered my roots.
De zieke jongen werd sterker.
The sick boy got stronger.
Het droevige meisje begon te lachen.
The sad girl started to laugh.
De dorpsjongen leerde hen over planten en dieren.
The village boy taught them about plants and animals.
Ik zag hen groeien zoals mijn rozen.
I watched them grow like my roses.
De tuin werd weer mooi.
The garden became beautiful again.
De liefde keerde terug naar deze plaats.
Love came back to this place.
Nu spelen er elke dag kinderen onder mijn takken.
Now children play under my branches every day.
De man keerde ook terug.
The man returned too.
Hij is niet meer verdrietig.
He is not sad anymore.
Hij omhelst de kinderen en geeft de bloemen water.
He hugs the children and waters the flowers.
De geheime tuin is niet langer geheim.
The secret garden is secret no more.
Maar het is nog steeds magisch.
But it is still magic.
Liefde doet alles groeien - bloemen, bomen, en ook kinderen.
Love makes everything grow - flowers, trees, and children too.
Ik ben weer gelukkig.
I am happy again.