De Geheime Taal van Kleine Cellen

Sahra werkte elke nacht alleen in het kleine laboratorium.

Sahra arbeitete jede Nacht allein in dem kleinen Labor.

Ze keek urenlang door haar microscoop.

Sie schaute stundenlang durch ihr Mikroskop.

De andere wetenschappers gingen om vijf uur naar huis.

Die anderen Wissenschaftler gingen um fünf Uhr nach Hause.

Maar Sahra bleef tot middernacht.

Aber Sahra blieb bis Mitternacht.

Ze bestudeerde kleine cellen die niemand begreep.

Sie untersuchte winzige Zellen, die niemand verstand.

Deze cellen waren heel vreemd.

Diese Zellen waren sehr seltsam.

Ze bewogen in cirkels.

Sie bewegten sich in Kreisen.

Ze veranderden van kleur van blauw naar groen.

Sie wechselten die Farben von Blau zu Grün.

Soms verdwenen ze helemaal.

Manchmal verschwanden sie vollständig.

Haar baas Dr. Miller geloofde haar rapporten niet.

Ihr Chef Dr. Miller glaubte ihren Berichten nicht.

Hij zei dat de cellen gewoon stof of vuil waren.

Er sagte, die Zellen seien nur Staub oder Dreck.

Hij zei tegen Sahra dat ze moest stoppen met tijd verspillen.

Er sagte Sahra, sie solle aufhören, Zeit zu verschwenden.

Maar Sahra wist dat er iets belangrijks gebeurde.

Aber Sahra wusste, dass etwas Wichtiges geschah.

Op een dinsdagavond bereidde Sahra een nieuw monster voor.

An einem Dienstagabend bereitete Sahra eine neue Probe vor.

Ze legde het voorzichtig onder de microscoop.

Sie legte sie vorsichtig unter das Mikroskop.

Toen keek ze door het oculair.

Dann schaute sie durch das Okular.

Wat ze zag deed haar hart snel kloppen.

Was sie sah, ließ ihr Herz schnell schlagen.

De cellen waren iets aan het bouwen.

Die Zellen bauten etwas.

Ze werkten samen als kleine bouwvakkers.

Sie arbeiteten zusammen wie winzige Bauarbeiter.

Eerst maakten ze kleine vierkantjes.

Zuerst machten sie kleine Quadrate.

Toen verbonden ze de vierkanten met elkaar.

Dann verbanden sie die Quadrate miteinander.

Al snel maakten ze een perfecte driehoek.

Bald formten sie eine perfekte Dreiecksform.

Sahra schreef alles op wat ze zag.

Sahra schrieb alles auf, was sie sah.

Ze maakte veel foto's.

Sie machte viele Fotos.

Ze mat de driehoek met speciale hulpmiddelen.

Sie maß das Dreieck mit speziellen Werkzeugen.

Hij was precies twee millimeter breed.

Er war genau zwei Millimeter breit.

De volgende ochtend liet Sahra haar foto's aan Dr. Miller zien.

Am nächsten Morgen zeigte Sahra Dr. Miller ihre Fotos.

Hij keek er lang naar.

Er schaute sie lange an.

Zijn gezicht werd heel ernstig.

Sein Gesicht wurde sehr ernst.

Hij belde meteen drie andere wetenschappers.

Er rief sofort drei andere Wissenschaftler.

"Dit verandert alles wat we weten," zei Dr. Miller zachtjes.

"Das verändert alles, was wir wissen," sagte Dr. Miller leise.

"Deze cellen kunnen samen denken en plannen."

"Diese Zellen können zusammen denken und planen."

Maar toen ze terugkwamen in het laboratorium, was er iets mis.

Aber als sie ins Labor zurückkehrten, stimmte etwas nicht.

De driehoek was verdwenen.

Das Dreieck war verschwunden.

De cellen bewogen weer willekeurig.

Die Zellen bewegten sich wieder zufällig.

Ze leken op normale, saaie cellen.

Sie sahen aus wie normale, langweilige Zellen.

Dr. Miller schudde verdrietig zijn hoofd.

Dr. Miller schüttelte traurig den Kopf.

Hij liep teleurgesteld weg.

Er ging enttäuscht weg.

De andere wetenschappers volgden hem.

Die anderen Wissenschaftler folgten ihm.

Ze dachten dat Sahra een fout had gemaakt.

Sie dachten, Sahra hätte einen Fehler gemacht.

Sahra voelde zich erg gefrustreerd en alleen.

Sahra fühlte sich sehr frustriert und allein.

Ze ging aan haar bureau zitten.

Sie setzte sich an ihren Schreibtisch.

Ze legde haar hoofd in haar handen.

Sie legte den Kopf in die Hände.

Misschien was ze toch gek.

Vielleicht war sie doch verrückt.

Toen hoorde ze een piepklein geluid.

Dann hörte sie ein winziges Geräusch.

Het kwam van de microscoop.

Es kam aus der Mikroskop-Ecke.

Ze keek snel weer door het oculair.

Sie schaute schnell wieder durch das Okular.

De cellen waren weer aan het werk.

Die Zellen waren wieder bei der Arbeit.

Deze keer bouwden ze een kleine cirkel.

Diesmal bauten sie einen kleinen Kreis.

Maar er was nu nog iets anders.

Aber jetzt war noch etwas anderes anders.

Een cel gloeide fel geel.

Eine Zelle leuchtete hellgelb.

De gele cel bewoog langzaam naar de rand.

Die gelbe Zelle bewegte sich langsam zum Rand.

Hij stopte precies bij de microscooplens.

Sie hielt direkt an der Mikroskoplinse an.

Toen begon hij te knipperen als een gloeilamp.

Dann begann sie wie eine Glühbirne zu blinken.

Sahra besefte plotseling de waarheid.

Sahra erkannte plötzlich die Wahrheit.

De cellen wisten dat ze naar hen keek.

Die Zellen wussten, dass sie sie beobachtete.

Ze werkten alleen als ze alleen was.

Sie arbeiteten nur, wenn sie allein war.

Ze probeerden met haar te communiceren.

Sie versuchten, mit ihr zu kommunizieren.

Ze pakte haar notitieboekje en begon snel te schrijven.

Sie griff nach ihrem Notizbuch und begann schnell zu schreiben.

Dit was de grootste ontdekking in de wetenschappelijke geschiedenis.

Das war die größte Entdeckung in der Wissenschaftsgeschichte.

Maar ze moest het wel voorzichtig bewijzen.

Aber sie musste es sorgfältig beweisen.

Ze had beter bewijs nodig dan foto's.

Sie brauchte bessere Beweise als Fotos.

Sahra glimlachte en bereidde nog een monster voor.

Sahra lächelte und bereitete eine weitere Probe vor.

Ze zou weer de hele nacht blijven.

Sie würde wieder die ganze Nacht bleiben.

Ze zou hun geheime taal leren.

Sie würde ihre geheime Sprache lernen.

Morgen zou ze de wereld voor altijd veranderen.

Morgen würde sie die Welt für immer verändern.

De gele cel knipperde drie keer.

Die gelbe Zelle blinkte dreimal.

Toen begon het iets nieuws te bouwen.

Dann fing es an, etwas Neues zu bauen.