Cover of The Imposter

De bedrieger.

The Imposter

Dit verhaal hervertelt de ware gebeurtenissen uit de documentaire "The Imposter" door de ogen van een buurthond genaamd Buddy. De hond raakt achterdochtig als een Franse oplichter zich voordoet als een vermiste jongen uit Texas en de rouwende familie voor de gek houdt. Het eenvoudige perspectief van het dier helpt de lezers te begrijpen hoe mensen kunnen geloven wat ze willen geloven, zelfs als de waarheid recht voor hun ogen ligt.

Review
Compare with:

Mijn naam is Buddy.

My name is Buddy.

Ik ben een hond.

I am a dog.

Ik woon in Maple Street.

I live on Maple Street.

Ik zie alles wat er gebeurt.

I see everything that happens.

Drie jaar geleden woonde er een jongen naast ons.

Three years ago, a boy lived next door.

Hij heette Nick.

His name was Nick.

Hij had geel haar en blauwe ogen.

He had yellow hair and blue eyes.

Hij was dertien jaar oud.

He was thirteen years old.

Nick was aardig tegen me.

Nick was kind to me.

Hij gaf me lekkers.

He gave me treats.

Op een dag ging Nick weg.

One day, Nick went away.

Hij kwam nooit meer terug.

He never came back.

Zijn familie was erg verdrietig.

His family was very sad.

Zijn moeder huilde elke dag.

His mother cried every day.

Zijn zuster zocht hem overal.

His sister looked for him everywhere.

Toen gebeurde er iets vreemds.

Then something strange happened.

Een man genaamd Nick's familie.

A man called Nick's family.

Hij zei: "We hebben je jongen gevonden!

He said, "We found your boy!

Hij is in Spanje!"

He is in Spain!"

Nick's zus was zo blij.

Nick's sister was so happy.

Ze vloog meteen naar Spanje.

She flew to Spain right away.

Ze bracht een jonge man terug.

She brought back a young man.

Maar ik wist dat er iets mis was.

But I knew something was wrong.

Deze jongen rook niet als Nick.

This boy did not smell like Nick.

Honden hebben goede neuzen.

Dogs have very good noses.

We herinneren ons geuren.

We remember smells.

Deze jongen rook anders.

This boy smelled different.

Hij rook naar sigaretten en angst.

He smelled like cigarettes and fear.

Deze jongen zag er ook anders uit.

This boy looked different too.

Hij had donker haar, niet geel.

He had dark hair, not yellow.

Hij had bruine ogen, niet blauwe.

He had brown eyes, not blue.

Hij was groter dan Nick.

He was taller than Nick.

Hij zag er ouder uit.

He looked older.

"De slechte mannen veranderden mijn haar", zei de jongen.

"The bad men changed my hair," the boy said.

Ze doen pijn aan mijn ogen.

"They hurt my eyes.

Daarom zie ik er anders uit".

That is why I look different."

De familie geloofde hem.

The family believed him.

Ze wilden hun Nick zo graag terug.

They wanted their Nick back so much.

Ze stelden geen moeilijke vragen.

They did not ask hard questions.

Maar ik werd niet voor de gek gehouden.

But I was not fooled.

Elke dag blafte ik tegen die nepjongen.

Every day, I barked at this fake boy.

Hij was bang voor me.

He was scared of me.

De echte Nick hield van honden.

Real Nick loved dogs.

Deze jongen stapte weg toen ik in de buurt kwam.

This boy stepped away when I came near.

De nepjongen sprak met een vreemde stem.

The fake boy spoke with a strange voice.

Het klonk als mensen van verre plaatsen.

It sounded like people from far away places.

Nick sprak als een jongen uit Texas.

Nick spoke like a Texas boy.

De nepjongen wist geen dingen die de echte Nick wist.

The fake boy did not know things that real Nick knew.

Hij vergat de namen van vrienden.

He forgot the names of friends.

Hij herinnerde zich zijn favoriete pizza niet.

He did not remember his favorite pizza.

Hij kon zijn oude speelgoed niet vinden.

He could not find his old toys.

Toch wilde de familie geloven.

Still, the family wanted to believe.

Liefde maakt dat mensen rare dingen doen.

Love makes people do strange things.

Soms laat liefde mensen zien wat ze willen zien, niet wat echt is.

Sometimes love makes people see what they want to see, not what is real.

Op een dag kwam er een man in een pak bij ons thuis.

One day, a man in a suit came to the house.

Hij stelde veel vragen.

He asked many questions.

Hij nam foto's.

He took pictures.

Hij heeft gebeld.

He made phone calls.

De nepjongen werd nerveus.

The fake boy became nervous.

Hij keek naar de deur alsof hij wilde vluchten.

He looked at the door like he wanted to run.

De man in het pak kwam de volgende dag terug.

The man in the suit came back the next day.

Hij heeft papieren meegebracht.

He brought papers.

"Dit is uw zoon niet", zei hij.

"This is not your son," he said.

Deze man komt uit Frankrijk.

"This man is from France.

Zijn naam is Fred.

His name is Fred.

Hij liegt tegen families.

He lies to families.

Hij doet alsof hij hun verloren kinderen is".

He pretends to be their lost children."

De familie was geschokt.

The family was shocked.

Hoe konden ze de waarheid niet zien?

How could they not see the truth?

Maar ik was niet verrast.

But I was not surprised.

Honden weten altijd wie echt is en wie nep.

Dogs always know who is real and who is fake.

De politie nam Fred mee.

The police took Fred away.

Nick's familie was weer verdrietig.

Nick's family was sad again.

Ze wisten nog steeds niet wat er met hun echte zoon was gebeurd.

They still did not know what happened to their real boy.

Soms zit ik bij Nick's oude raam.

Sometimes I sit by Nick's old window.

Ik herinner me zijn gele haar en vriendelijke glimlach.

I remember his yellow hair and kind smile.

Ik hoop dat hij ergens veilig is.

I hope he is safe somewhere.

En ik heb iets belangrijks geleerd: liefde kan mensen leugens laten geloven.

And I learned something important: love can make people believe lies.

Maar de waarheid komt altijd aan het licht.

But the truth always comes out in the end.

Zelfs als een hond het eerst moet zien.

Even if it takes a dog to see it first.