Anansi en zijn vrouw Aso
Anansi de spin woonde samen met zijn vrouw Aso.
Anansi the spider lived with his wife Aso.
Ze waren erg arm.
They were very poor.
Ze hadden geen voedsel om te eten.
They had no food to eat.
Op een dag vond Anansi magische bonen.
One day, Anansi found magic beans.
Toen hij ze plantte, groeiden ze uit tot een grote boom.
When he planted them, they grew into a big tree.
De boom droeg veel vruchten.
The tree had many fruits.
De vruchten waren zoet en goed.
The fruits were sweet and good.
Anansi was heel blij.
Anansi was very happy.
Maar hij wilde de vruchten niet met zijn vrouw delen.
But he did not want to share the fruits with his wife.
Hij wilde ze allemaal alleen opeten.
He wanted to eat them all by himself.
Elke dag ging Anansi alleen naar de boom.
Every day, Anansi went to the tree alone.
Hij at en at totdat zijn buik vol was.
He ate and ate until his belly was full.
Toen ging hij naar huis naar Aso. Aso had nog steeds honger.
Then he went home to Aso. Aso was still hungry.
Zij vroeg Anansi,
She asked Anansi,
"Waar ga je elke dag naartoe?"
"Where do you go every day?"
"Waarom heb je geen honger meer?"
"Why are you not hungry anymore?"
Anansi loog tegen zijn vrouw.
Anansi lied to his wife.
Hij zei,
He said,
"Ik ga naar mijn werk."
"I go to work."
"Ik eet niets."
"I eat nothing."
Maar Aso was slim.
But Aso was smart.
Ze volgde Anansi op een dag.
She followed Anansi one day.
Ze verstopte zich achter een rots en keek naar hem.
She hid behind a rock and watched him.
Ze zag Anansi de zoete vruchten eten.
She saw Anansi eating the sweet fruits.
Ze zag de magische boom.
She saw the magic tree.
Ze was zeer boos en bedroefd.
She was very angry and sad.
Aso ging naar huis en wachtte.
Aso went home and waited.
Toen Anansi terugkwam, zei ze,
When Anansi came back, she said,
"Ik weet van je boom."
"I know about your tree."
"Waarom heb je het niet met mij gedeeld?"
"Why did you not share with me?"
"Ik ben je vrouw."
"I am your wife."
"Wij zouden alles moeten delen."
"We should share everything."
Anansi voelde zich slecht.
Anansi felt bad.
Hij had spijt van zijn egoïsme.
He was sorry for being selfish.
Hij zei,
He said,
"Je hebt gelijk, Aso. Ga morgen met me mee."
"You are right, Aso. Come with me tomorrow."
"We zullen samen eten."
"We will eat together."
De volgende dag gingen zij samen naar de boom.
The next day, they went to the tree together.
Ze plukten vruchten en aten ze op.
They picked fruits and ate them.
Ze waren beiden gelukkig.
They were both happy.
Vanaf die dag leerde Anansi om te delen met zijn vrouw.
From that day, Anansi learned to share with his wife.
Ze waren nog steeds arm, maar ze hadden genoeg voedsel.
They were still poor, but they had enough food.
En ze hadden elkaar.
And they had each other.