Anansi en de Magische Zaden
Anansi de spin was zeer slim.
Anansi the spider was very clever.
Hij woonde in een klein dorp in Afrika.
He lived in a small village in Africa.
Anansi wilde altijd meer voedsel en geld.
Anansi always wanted more food and money.
Op een dag hoorde Anansi over magische zaden.
One day, Anansi heard about magic seeds.
Deze zaden konden uitgroeien tot grote bomen met veel vruchten.
These seeds could grow into big trees with lots of fruit.
De zaden behoorden toe aan de Hemelgod. Anansi dacht,
The seeds belonged to the Sky God. Anansi thought,
"Ik wil die magische zaden."
"I want those magic seeds."
"Dan zal ik al het voedsel hebben dat ik nodig heb."
"Then I will have all the food I need."
Anansi klom op naar de hemel.
Anansi climbed up to the sky.
Hij vond het huis van de Hemelgod.
He found the Sky God's house.
De Hemelgod was niet thuis.
The Sky God was not home.
Anansi zag een kleine zak op de tafel.
Anansi saw a small bag on the table.
In de zak zaten de magische zaden.
Inside the bag were the magic seeds.
Perfect!
"Perfect!"
zei Anansi.
said Anansi.
Hij pakte de zak en rende weg.
He took the bag and ran away.
Anansi klom naar beneden naar de aarde.
Anansi climbed down to earth.
Hij was zeer gelukkig.
He was very happy.
Maar hij was ook hebzuchtig.
But he was also greedy.
Hij wilde meteen wat zaden eten.
He wanted to eat some seeds right away.
Anansi opende de zak.
Anansi opened the bag.
Hij deed één zaad in zijn mond.
He put one seed in his mouth.
Het was heel zoet en lekker.
It was very sweet and good.
Hij at nog een zaadje.
He ate another seed.
Toen nog een.
Then another.
Al snel at Anansi de helft van de magische zaden op.
Soon, Anansi ate half of the magic seeds.
Zijn maag was vol, maar hij wilde meer.
His stomach was full, but he wanted more.
Anansi at meer zaden.
Anansi ate more seeds.
Hij at en at totdat alle zaden op waren.
He ate and ate until all the seeds were gone.
O nee!
"Oh no!"
riep Anansi.
cried Anansi.
"Nu heb ik geen zaden om te planten!"
"Now I have no seeds to plant!"
Anansi's maag deed pijn.
Anansi's stomach hurt.
De magische zaden maakten hem erg ziek.
The magic seeds made him very sick.
Hij rolde van pijn over de grond.
He rolled on the ground in pain.
De Hemelgod daalde neer uit de hemel.
The Sky God came down from heaven.
Hij zag Anansi op de grond.
He saw Anansi on the ground.
"Anansi,"
"Anansi,"
zei de Hemelgod,
said the Sky God,
"je hebt mijn magische zaden gestolen."
"you took my magic seeds."
"Ja,"
"Yes,"
zei Anansi.
said Anansi.
"Het spijt me."
"I am sorry."
"Ik heb ze allemaal opgegeten."
"I ate them all."
De Hemelgod schudde zijn hoofd.
The Sky God shook his head.
"Je was hebzuchtig, Anansi."
"You were greedy, Anansi."
"Als je de zaden had geplant, zou je voor altijd voedsel hebben gehad."
"If you planted the seeds, you would have food forever."
"Maar je hebt ze allemaal tegelijk opgegeten."
"But you ate them all at once."
Nu heb je niets meer.
"Now you have nothing."
Anansi leerde zijn les.
Anansi learned his lesson.
Hebzucht brengt alleen maar ellende.
Being greedy only brings trouble.
Het is beter om geduldig te zijn en voor de toekomst te plannen.
It is better to be patient and plan for the future.
Vanaf die dag moest Anansi hard werken om voedsel te vinden, net als alle anderen.
From that day, Anansi had to work hard to find food like everyone else.