Anansi en de Geloofsvinder
Lang geleden leefde Anansi de spin in een dorp.
Long ago, Anansi the spider lived in a village.
Hij was heel slim maar ook heel listig.
He was very smart but also very tricky.
Op een dag had het dorp al maanden geen regen gehad.
One day, the village had no rain for many months.
De planten stierven.
The plants were dying.
De mensen hadden honger en waren bang.
The people were hungry and scared.
De dorpschef zei,
The village chief said,
"We hebben iemand nodig die het geloof kan vinden."
"We need someone to find faith."
"Het geloof zal de regen doen terugkeren."
"Faith will bring back the rain."
zei Anansi,
Anansi said,
"Ik zal geloof voor je vinden."
"I will find faith for you."
"Maar je moet me goud geven."
"But you must give me gold."
De hoofdman gaf Anansi een zak met goud.
The chief gave Anansi a bag of gold.
Anansi nam het goud en liep het bos in.
Anansi took the gold and walked into the forest.
In het bos ontmoette Anansi een oude vrouw.
In the forest, Anansi met an old woman.
Zij zat onder een boom.
She was sitting under a tree.
"Waar ben je naar op zoek?"
"What are you looking for?"
vroeg de oude vrouw.
asked the old woman.
"Ik zoek naar geloof,"
"I am looking for faith,"
zei Anansi.
said Anansi.
"Mijn dorp heeft regen nodig."
"My village needs rain."
De oude vrouw glimlachte.
The old woman smiled.
"Geloof is niet iets wat je kunt vangen of kopen."
"Faith is not something you can catch or buy."
"Geloof leeft in je hart."
"Faith lives in your heart."
"Ik begrijp het niet,"
"I don't understand,"
zei Anansi.
said Anansi.
"Geloof betekent vertrouwen hebben wanneer dingen moeilijk zijn,"
"Faith means believing when things are hard,"
zei de oude vrouw.
said the old woman.
"Geloof betekent anderen helpen."
"Faith means helping others."
"Geloof betekent niet opgeven."
"Faith means not giving up."
Anansi dacht hierover na.
Anansi thought about this.
Hij keek naar zijn zak met goud.
He looked at his bag of gold.
Toen keek hij naar de oude vrouw.
Then he looked at the old woman.
Ze zag er hongerig en moe uit.
She looked hungry and tired.
Anansi gaf de oude vrouw wat goud.
Anansi gave the old woman some gold.
"Koop hier voedsel mee,"
"Buy food with this,"
zei hij.
he said.
De oude vrouw glimlachte.
The old woman smiled.
"Nu begin je geloof te begrijpen."
"Now you are starting to understand faith."
Anansi liep terug naar zijn dorp.
Anansi walked back to his village.
Hij gaf de rest van het goud terug aan het opperhoofd.
He gave the rest of the gold back to the chief.
"Heb je het geloof gevonden?"
"Did you find faith?"
vroeg het opperhoofd.
asked the chief.
"Ja,"
"Yes,"
zei Anansi.
said Anansi.
"Geloof is niet iets wat we kunnen kopen."
"Faith is not something we can buy."
"Geloof is iets wat we doen."
"Faith is something we do."
"We moeten in elkaar geloven."
"We must believe in each other."
"We moeten elkaar helpen."
"We must help each other."
"We mogen niet opgeven."
"We must not give up."
De mensen luisterden naar Anansi.
The people listened to Anansi.
Ze begonnen elkaar te helpen.
They started to help each other.
Ze deelden hun voedsel.
They shared their food.
Ze werkten samen.
They worked together.
Ze geloofden dat de goede tijden zouden terugkeren.
They believed that good times would come again.
Al snel kwamen er donkere wolken aan de hemel.
Soon, dark clouds came in the sky.
De regen begon te vallen.
Rain began to fall.
Het dorp was weer gelukkig.
The village was happy again.
Anansi leerde dat de beste schatten niet met goud gekocht kunnen worden.
Anansi learned that the best treasures cannot be bought with gold.
Ze komen uit het hart.
They come from the heart.