Het Sterren-Geld
The Star-Money
Een arm weesmeisje heeft niets anders dan de kleren die ze draagt, maar ze blijft anderen helpen die het nog harder nodig hebben. Haar vriendelijkheid leidt tot een onverwachte beloning die uit de nachtelijke hemel valt.
Ik ben een kleine munt.
I am a small coin.
Ik leef in de hemel met mijn vrienden.
I live in the sky with my friends.
We zijn allemaal glanzend en zilverkleurig.
We are all shiny and silver.
Op een koude nacht zien we een klein meisje alleen lopen.
One cold night, we see a little girl walking alone.
Ze heeft geen schoenen.
She has no shoes.
Ze heeft geen jas.
She has no coat.
Ze ziet er heel verdrietig en koud uit.
She looks very sad and cold.
"Kijk naar dat arme kind,"
"Look at that poor child,"
zegt mijn vriend munt.
says my friend coin.
"Ze heeft hulp nodig."
"She needs help."
We zien het meisje onder een boom zitten.
We watch the girl sit under a tree.
Ze begint te huilen.
She starts to cry.
Haar tranen vallen op de grond als kleine diamanten.
Her tears fall on the ground like tiny diamonds.
"Ik wil haar helpen,"
"I want to help her,"
zeg ik tegen mijn vrienden.
I say to my friends.
"Zij is zo vriendelijk."
"She is so kind."
"Gisteren zag ik haar het laatste stukje brood aan een hongerige hond geven."
"Yesterday I saw her give her last piece of bread to a hungry dog."
Ja!
"Yes!"
zeggen al mijn muntenvrienden.
say all my coin friends.
"Laten we haar helpen!"
"Let's go help her!"
We springen uit de hemel als vallende sterren.
We jump from the sky like falling stars.
We landen zacht rondom het kleine meisje.
We land softly around the little girl.
Ze opent haar ogen en ziet ons overal.
She opens her eyes and sees us everywhere.
"O, mijn hemel!"
"Oh my!"
zegt ze.
she says.
"Wat is dit?"
"What is this?"
Ze pakt ons een voor een op.
She picks us up one by one.
We zijn warm in haar handen.
We are warm in her hands.
Ze glimlacht voor het eerst.
She smiles for the first time.
"Nu kan ik eten kopen,"
"Now I can buy food,"
zegt ze.
she says.
"Nu kan ik warme kleren kopen."
"Now I can buy warm clothes."
Het meisje rent naar de stad.
The girl runs to town.
Ze koopt brood en soep.
She buys bread and soup.
Ze koopt een warme jas en zachte schoenen.
She buys a warm coat and soft shoes.
Wij zijn gelukkig in haar zak.
We are happy in her pocket.
We hebben iemand goeds geholpen.
We helped someone good.
Dit is het beste werk voor een munt.
This is the best job for a coin.
Het meisje vergeet ons nooit.
The girl never forgets us.
Ze helpt altijd andere mensen wanneer ze het nodig hebben.
She always helps other people when they need it.
En soms, wanneer ze iemand helpt, vallen er meer munten uit de hemel.
And sometimes, when she helps someone, more coins fall from the sky.
Zo werken wij stermunten.
That is how we star-coins work.
Wij vinden goede mensen en helpen hen.
We find good people and help them.
Dan helpen zij ook anderen.
Then they help others too.