Die große Geldstadt-Krise

Es war einmal in einer großen Stadt namens Geldstadt, da lebten viele glückliche Familien.

Er was eens, in een grote stad genaamd Geldstad, waar veel gelukkige gezinnen woonden.

Sie alle wollten Häuser kaufen.

Ze wilden allemaal een huis kopen.

Häuser waren ihr größter Traum.

Huizen waren hun grootste droom.

In Money Town gab es besondere Leute, die man Bankangestellte nannte.

In Geldstad waren er speciale mensen die bankmedewerkers werden genoemd.

Diese Bankangestellten hatten eine sehr wichtige Aufgabe.

Deze bankmedewerkers hadden een heel belangrijke baan.

Sie gaben Familien Geld, damit die Familien Häuser kaufen konnten.

Zij gaven geld aan gezinnen zodat de gezinnen huizen konden kopen.

Dieses Geld wurde als "Darlehen" bezeichnet.

Dit geld werd een "lening" genoemd.

Die Familien versprachen, das Geld Monat für Monat in kleinen Raten zurückzuzahlen.

De families beloofden het geld beetje bij beetje elke maand terug te betalen.

Aber einige Bankangestellte wurden sehr gierig.

Maar sommige bankmedewerkers werden erg hebzuchtig.

Sie wollten immer mehr Geld für sich selbst verdienen.

Ze wilden steeds meer geld voor zichzelf verdienen.

Also fingen sie an, schlechte Dinge zu tun.

Dus begonnen ze slechte dingen te doen.

Ein Bankangestellter namens Herr Hinterhältig hatte eine schreckliche Idee.

Een bankmedewerker genaamd meneer Stiekem had een verschrikkelijk idee.

Er sagte zu seinen Freunden: „Lasst uns allen Geld geben!

Hij zei tegen zijn vrienden: "Laten we geld aan iedereen geven!

Sogar Leute, die uns nicht zurückzahlen können!"

Zelfs mensen die ons niet terug kunnen betalen!"

Seine Freundin Frau Trick sagte: „Aber das ist gefährlich!

Zijn vriendin mevrouw Trick zei: "Maar dat is gevaarlijk!

"Was ist, wenn sie nicht bezahlen?"

"Wat als ze niet betalen?"

Herr Sneaky lächelte ein hinterhältiges Lächeln.

Meneer Stiekem glimlachte een gemene glimlach.

Keine Sorge.

Maak je geen zorgen.

Wir werden diese Versprechen an andere Leute verkaufen.

We zullen deze beloftes aan andere mensen verkopen.

Dann wird es ihr Problem, nicht unseres!

Dan wordt het hun probleem, niet het onze!

Also begannen Herr Hinterhältig und seine Freunde, sehr vielen Leuten Geld zu geben.

Dus meneer Stiekem en zijn vrienden begonnen geld te geven aan heel veel mensen.

Sie gaben Tom Geld, der keine Arbeit hatte.

Ze gaven geld aan Tom, die geen werk had.

Sie gaben Sarah Geld, die bereits zehn anderen Banken Geld schuldete.

Ze gaven geld aan Sarah, die al geld schuldig was aan tien andere banken.

Sie gaben sogar einem Hund namens Fluffy Geld!

Ze gaven zelfs geld aan een hond genaamd Fluffy!

Na ja, eigentlich kein Hund, aber sie haben nicht sorgfältig überprüft, wer da um Geld gebeten hat.

Nou ja, niet echt een hond, maar ze hebben niet goed gecontroleerd wie er om geld vroeg.

Die Bankangestellten sagten allen: „Häuser werden immer teurer!"

De bankmedewerkers zeiden tegen iedereen: "Huizen worden altijd duurder!

Sie werden reich sein!"

"Jullie worden rijk!"

Immer mehr Menschen kauften Häuser.

Steeds meer mensen kochten huizen.

Die Häuser wurden sehr, sehr teuer.

De huizen werden heel, heel duur.

Ein kleines Haus, das früher hunderttausend Dollar kostete, kostete jetzt dreihunderttausend Dollar!

Een klein huis dat eerder honderdduizend dollar kostte, kostte nu driehonderdduizend dollar!

Eine Zeit lang waren alle glücklich.

Iedereen was een tijdje gelukkig.

Die Menschen lebten in ihren neuen Häusern.

De mensen woonden in hun nieuwe huizen.

Bankangestellte verdienten viel Geld.

Bankmedewerkers verdienden veel geld.

Alles schien wunderbar zu sein.

Alles leek geweldig.

Doch dann geschah etwas Schreckliches.

Maar toen gebeurde er iets verschrikkelijks.

Tom verlor seinen Job und konnte sein Haus nicht mehr bezahlen.

Tom verloor zijn baan en kon zijn huis niet meer betalen.

Sarah konnte ihr Haus auch nicht bezahlen.

Sarah kon ook niet voor haar huis betalen.

Viele andere Menschen hatten das gleiche Problem.

Veel andere mensen hadden hetzelfde probleem.

Als die Leute nicht zahlen konnten, nahmen die Banken ihre Häuser zurück.

Toen mensen niet konden betalen, namen de banken hun huizen terug.

Plötzlich gab es sehr, sehr viele Häuser zu verkaufen, aber niemand konnte sie kaufen.

Plotseling waren er heel veel huizen te koop, maar niemand kon ze kopen.

Die Hauspreise begannen zu fallen, immer tiefer und tiefer, wie Steine von einem Berg.

De huizenprijzen begonnen te dalen, dalen, dalen als rotsen van een berg.

Herr Hinterhältig und Frau Schwindel hatten ihre faulen Versprechen an große Unternehmen in der ganzen Welt verkauft.

Meneer Sluw en Mevrouw List hadden hun slechte beloftes verkocht aan grote bedrijven over de hele wereld.

Als die Leute aufhörten zu zahlen, verloren auch diese Unternehmen ihr ganzes Geld.

Toen mensen stopten met betalen, verloren deze bedrijven ook al hun geld.

Es war wie eine riesige Reihe von Dominosteinen, die umfielen - ein Problem verursachte ein anderes Problem, das wiederum ein weiteres Problem verursachte.

Het was als een gigantische rij dominostenen die omvielen - het ene probleem veroorzaakte het andere probleem, dat weer een ander probleem veroorzaakte.

Bald schlossen viele Banken.

Al snel sloten veel banken.

Viele Menschen verloren ihre Arbeit.

Veel mensen verloren hun baan.

Familien mussten ihre Traumhäuser verlassen und in kleinen Wohnungen leben.

Gezinnen moesten hun droomhuizen verlaten en gingen in kleine appartementen wonen.

Manche Menschen mussten wieder bei ihren Eltern wohnen.

Sommige mensen moesten weer bij hun ouders gaan wonen.

Die ganze Stadt wurde traurig und grau.

De hele stad werd verdrietig en grauw.

Die Geldstadt war nicht mehr glücklich.

Money Town was niet meer gelukkig.

Aber langsam, sehr langsam, lernten die Menschen aus diesem schrecklichen Fehler.

Maar langzaam, heel langzaam, leerden de mensen van deze vreselijke vergissing.

Neue Gesetze wurden erlassen.

Er werden nieuwe wetten gemaakt.

Banken mussten vorsichtiger sein bei der Kreditvergabe an Menschen.

Banken moesten voorzichtiger zijn met het uitlenen van geld aan mensen.

Die Menschen lernten, beim Geldleihen vorsichtiger zu sein.

Mensen leerden voorzichtiger te zijn met het lenen van geld.

Nach vielen Jahren wurde Geldstadt wieder glücklich.

Na vele jaren werd Geldstad weer gelukkig.

Aber niemand vergaß jemals die Lehre: zu gierig zu sein kann allen schaden.

Maar niemand vergat ooit de les: te hebzuchtig zijn kan iedereen pijn doen.