Der junge Helfer und der alte Soldat

Es war einmal in einer kleinen Stadt ein alter Soldat namens Henry.

Er was eens, in een klein stadje, een oude soldaat die Henry heette.

Henry war 91 Jahre alt.

Henry was 91 jaar oud.

Er hat seinem Land vor vielen Jahren gedient, als er jung und stark war.

Hij heeft zijn land vele jaren geleden gediend toen hij jong en sterk was.

Jetzt war er alt und arm.

Nu was hij oud en arm.

Henry musste seine Schätze verkaufen, um Essen zu kaufen.

Henry moest zijn schatten verkopen om voedsel te kopen.

Er ging mit seiner alten Uhr in einen Pfandhaus.

Hij ging naar een pandjeshuis met zijn oude horloge.

Die Uhr war etwas Besonderes.

Het horloge was speciaal.

Sein Vater hatte es ihm gegeben, bevor er in den Krieg ging.

Zijn vader had het hem gegeven voor hij naar de oorlog ging.

In dem Pfandhaus sah eine junge Arbeiterin namens Sarah Henry.

Bij de pandjeshuis zag een jonge werkster, Sarah, Henry.

Sie bemerkte seine zitternden Hände und seine traurigen Augen.

Ze zag zijn trillende handen en treurige ogen.

Sie sah die alten Medaillen auf seiner Jacke.

Ze zag de oude medailles op zijn jas.

"Diese Uhr ist dir sehr wichtig", sagte Sarah freundlich.

"Dit horloge is heel speciaal voor jou", zei Sarah vriendelijk.

"Ja", sagte Henry leise.

"Ja", zei Henry met een stille stem.

"Aber ich brauche Geld für Essen und Medizin".

Maar ik heb geld nodig voor eten en medicijnen.

Sarahs Herz war schwer.

Sarahs hart was zwaar.

Sie gab Henry Geld für die Uhr, aber sie hatte eine Idee.

Ze gaf Henry geld voor het horloge, maar ze had een idee.

In dieser Nacht ging Sarah nach Hause und benutzte ihren Computer.

Die avond ging Sarah naar huis en gebruikte haar computer.

Sie schrieb Henrys Geschichte im Internet.

Ze schreef Henry's verhaal op het internet.

Sie bat die Leute, dem alten Soldaten zu helfen, der seinem Land geholfen hatte.

Ze vroeg mensen om de oude soldaat te helpen die zijn land had geholpen.

"Dieser tapfere Mann gab seine Jugend, um uns zu beschützen", schrieb sie.

"Deze dappere man gaf zijn jeugd om ons te beschermen", schreef ze.

Jetzt braucht er unsere Hilfe.

Nu heeft hij onze hulp nodig.

Viele Menschen lesen die Worte von Sarah.

Veel mensen lezen Sarah's woorden.

Sie erinnerten sich an ihre eigenen Großväter und Väter, die Soldaten waren.

Ze herinnerden zich hun eigen grootvaders en vaders die soldaten waren.

Geld kam von überall her - von Reichen und Armen, von jungen und alten Menschen.

Geld kwam van overal - van rijke en arme mensen, van jonge en oude mensen.

In einer Woche hatte Sarah genug Geld, um Henry für viele Monate zu helfen.

In één week had Sarah genoeg geld om Henry maandenlang te helpen.

Sie kaufte auch seine besondere Uhr zurück.

Ze kocht ook zijn speciale horloge terug.

Als Sarah Henry das Geld und die Uhr brachte, begann er zu weinen.

Toen Sarah het geld en het horloge naar Henry bracht, begon hij te huilen.

"Warum hast du mir geholfen?"

Waarom heb je me geholpen?

Er fragte.

Hij vroeg.

"Weil Freundlichkeit wie ein Kreis ist", sagte Sarah.

"Omdat vriendelijkheid een cirkel is", zei Sarah.

"Du hast deinem Land geholfen.

Je hebt je land geholpen.

Ich helfe dir.

Ik help je.

Andere helfen mir.

Anderen helpen me.

Der Kreis endet nie".

De cirkel eindigt nooit".

Von diesem Tag an fühlte sich Henry nie allein.

Vanaf die dag voelde Henry zich nooit meer alleen.

Sarah besuchte ihn jede Woche.

Sarah bezocht hem elke week.

Andere Leute aus der Stadt kamen, um seine Geschichten über den Krieg zu hören.

Andere mensen uit de stad kwamen zijn verhalen over de oorlog horen.

Die Moral der Geschichte: Aus kleinen Taten der Freundlichkeit können große Wellen der Güte entstehen.

De moraal van het verhaal: kleine daden van vriendelijkheid kunnen uitgroeien tot grote golven van goedheid.

Wenn wir anderen helfen, schaffen wir einen Kreis der Freundlichkeit, der allen hilft.

Als we anderen helpen, creëren we een kringloop van vriendelijkheid die iedereen helpt.