Cover of The Greedy Ants and the Great Winter

De hebzuchtige mieren en de grote winter

Die gierigen Ameisen und der große Winter

Deze fabel vertelt het verhaal van drie verschillende soorten mieren in een kolonie. Sommige mieren doen beloften die ze niet kunnen houden. Anderen willen dingen die zij zich niet kunnen veroorloven. Als de winter komt, heeft de hele kolonie grote problemen. Dit verhaal leert ons over geld, vertrouwen en het maken van slimme keuzes.

Review
Compare with:

Er was eens een grote mierenkolonie in een prachtige vallei.

Es war einmal eine große Ameisenkolonie, die in einem schönen Tal lebte.

Deze mieren waren heel anders dan andere mieren.

Diese Ameisen unterschieden sich sehr von anderen Ameisen.

Ze hielden er niet van hard te werken of voedsel voor de winter op te slaan.

Sie arbeiteten nicht gern hart und bewahrten ihre Nahrung nicht für den Winter auf.

In deze kolonie waren er drie soorten mieren.

In dieser Kolonie gab es drei Arten von Ameisen: Die Bankameisen trugen schicke Hüte.

Zij beloofden andere mieren: "Geef ons nu uw zaden.

Sie versprachen anderen Ameisen: "Gib uns jetzt deinen Samen.

Wij zullen u later nog veel meer zaden teruggeven!"

Wir werden euch später noch viele weitere Samen zurückgeben!"

Veel mieren geloofden hen.

Viele Ameisen glaubten ihnen.

De huismieren wilden grote, mooie huizen.

Die Hausameisen wollten große, schöne Häuser.

Zij zeiden: "We hebben nu niet genoeg zaad, maar volgend jaar zullen we veel zaad hebben!"

Sie sagten: "Wir haben jetzt nicht genügend Samen, aber nächstes Jahr werden wir viele Samen haben!"

Dus lenen ze zaden van de bankmieren.

Sie liehen sich also Samen von den Banker Ameisen.

De Worker Ants werkten elke dag.

Die Arbeiterameisen arbeiteten jeden Tag.

Ze bewaarden hun zaden en leefden in kleine, eenvoudige huizen.

Sie bewahrten ihre Samen und lebten in kleinen, einfachen Häusern.

Vele zomers was het leven goed.

Viele Sommer lang war das Leben gut.

De bankiersmieren gaven zaad aan iedereen die erom vroeg.

Die Bankierameisen gaben jedem Samen, der darum bat.

De huismieren bouwden steeds grotere huizen.

Die Hausameisen bauten immer größere Häuser.

Iedereen was blij.

Alle waren glücklich.

Maar de bankiersmieren deden iets heel gevaarlijks.

Aber die Bankierameisen haben etwas sehr Gefährliches getan.

Ze namen de beloften van Huismieren en vermengden ze.

Sie nahmen die Versprechen von Hausameisen und vermischten sie.

Vervolgens verkochten ze deze gemengde beloften aan andere mieren.

Dann verkauften sie diese gemischten Versprechen an andere Ameisen.

"Dit zijn magische zaden!"

"Das sind magische Samen!"

Dat zeiden ze.

Sie sagten.

"Ze zullen altijd groeien!"

"Sie werden immer wachsen!"

De huismieren kochten huizen die te veel zaad kostten.

Die Hausameisen kauften Häuser, die zu viele Samen kosten.

Zij dachten: "Mijn huis zal volgend jaar meer zaad waard zijn.

Sie dachten: "Mein Haus wird nächstes Jahr mehr Samen wert sein.

Dan kan ik terugbetalen wat ik schuldig ben".

Dann kann ich meine Schulden zurückzahlen".

Zelfs Arbeidersmieren begonnen te geloven.

Selbst Arbeiterameisen begannen zu glauben.

Sommigen kochten ook grote huizen.

Manche kauften auch große Häuser.

Anderen gaven hun opgeslagen zaden aan de bankmieren die beloofden: "Uw zaden zullen verdubbelen!"

Andere gaben ihre gespeicherten Samen den Bankameisen, die ihnen versprachen: "Ihr Samen wird sich verdoppeln!"

Maar op een dag gebeurde er iets vreselijks.

Eines Tages passierte etwas Schreckliches.

Een huis mier kon zijn zaden niet terugbetalen.

Eine Hausameise konnte seine Samen nicht zurückzahlen.

Dan kon een andere Huismiert niet betalen.

Dann konnte eine andere Hausameise nicht zahlen.

Dan kunnen veel huismieren niet betalen.

Dann konnten viele Hausameisen nicht zahlen.

De bankiermieren keken naar hun magische beloften.

Die Bankierameisen schauten sich ihre magischen Versprechen an.

Het was helemaal geen magie.

Sie waren überhaupt keine Magie!

Ze waren niets waard.

Sie waren nichts wert!

De grote winter kwam plotseling.

Der große Winter kam plötzlich.

Huismieren verloren hun huizen.

Hausameisen haben ihre Häuser verloren.

De bankiersmieren hadden geen zaden om terug te geven.

Banker Ameisen hatten keine Samen, die sie zurückgeben konnten.

Werkersmieren die de bankiersmieren hadden vertrouwd, verloren al hun opgeslagen zaden.

Arbeiterameisen, die den Bankameisen vertraut hatten, verloren alle ihre gespeicherten Samen.

De hele kolonie had honger en kou.

Die ganze Kolonie hatte Hunger und Kälte.

De wijze oude Koningin Ant moest helpen.

Die weise alte Königin Ameise musste helfen.

Ze gaf zaad uit de koninklijke opslagplaats om iedereen te voeden.

Sie gab Samen aus dem königlichen Lager, um alle zu ernähren.

Maar het duurde vele jaren voor de kolonie te genezen.

Aber es dauerte viele Jahre, bis die Kolonie geheilt war.

Veel mieren leerden een belangrijke les: als iets te mooi klinkt om waar te zijn, is het dat meestal ook.

Viele Ameisen haben eine wichtige Lektion gelernt: Wenn etwas zu schön klingt, um wahr zu sein, ist es meistens so.

Het is beter om hard te werken, zorgvuldig te sparen en niet hebzuchtig te zijn.

Es ist besser, hart zu arbeiten, sorgfältig zu sparen und nicht gierig zu sein.

Maar helaas zijn sommige mieren deze les vergeten.

Leider haben einige Ameisen diese Lektion vergessen.

En ergens maken andere mierenkolonies dezelfde fouten.

Und irgendwo wieder machen andere Ameisenkolonien dieselben Fehler.

Moraal: Hebzucht en makkelijke beloften kunnen zelfs de sterkste gemeenschappen vernietigen.

Moral: Gier und leichte Versprechen können selbst die stärksten Gemeinschaften zerstören.

Ware rijkdom komt door hard werken, zorgvuldig sparen en elkaar helpen.

Wahrer Reichtum kommt durch harte Arbeit, sorgfältiges Sparen und gegenseitige Hilfe.