A Descoberta Chocante de Maria no Hotel

Maria trabalha no Grand Moon Hotel.

Maria werkt in het Grand Moon Hotel.

Ela limpa quartos todos os dias.

Zij maakt elke dag kamers schoon.

Ela trabalha lá há três anos.

Ze werkt daar al drie jaar.

Maria gosta do seu trabalho porque conhece pessoas de muitos países.

Maria vindt haar werk leuk omdat ze mensen uit veel verschillende landen ontmoet.

Na terça-feira de manhã, Maria vai para a sala 237.

Op dinsdagochtend gaat Maria naar kamer 237.

Ela bate à porta.

Ze klopt op de deur.

Ninguém atende.

Niemand doet open.

Ela usa seu cartão-chave e abre a porta.

Ze gebruikt haar sleutelkaart en opent de deur.

O quarto tem um cheiro estranho.

De kamer ruikt vreemd.

Cheira a flores velhas e mais alguma coisa.

Het ruikt naar oude bloemen en iets anders.

Maria entra no quarto.

Maria loopt de kamer binnen.

A cama não está arrumada.

Het bed is niet opgemaakt.

Há roupas no chão.

Er liggen kleren op de vloer.

Uma mala está aberta sobre a cadeira.

Een koffer staat open op de stoel.

Mas onde está o hóspede?

Maar waar is de gast?

Maria começa a limpar.

Maria begint met schoonmaken.

Ela pega as toalhas no banheiro.

Ze pakt de handdoeken in de badkamer op.

Ela esvazia a lixeira.

Ze leegt de prullenbak.

Depois ela volta para arrumar a cama.

Dan gaat ze terug om het bed op te maken.

Maria puxa os lençóis brancos da cama.

Maria trekt de witte lakens van het bed.

Ela coloca lençóis limpos.

Ze doet er schone lakens op.

Ela foge as almofadas.

Ze klopt de kussens op.

Depois ela procura sapatos ou meias debaixo da cama.

Dan kijkt ze onder het bed naar schoenen of sokken.

Debaixo da cama, Maria vê algo grande e escuro.

Onder het bed ziet Maria iets groots en donkers.

A princípio, ela pensa que é uma bolsa grande.

Aanvankelijk denkt ze dat het een grote tas is.

Mas então ela olha mais de perto.

Maar dan kijkt ze beter.

Não é uma bolsa.

Het is geen tas.

É uma pessoa!

Het is een persoon!

Maria grita.

Maria gilt.

Ela sai correndo do quarto.

Ze rent de kamer uit.

O coração dela bate muito rápido.

Haar hart klopt heel snel.

Ela corre pelo corredor para encontrar seu chefe, Sr. Chen.

Ze rent door de gang om haar baas, meneer Chen, te vinden.

Sr. Chen!

Meneer Chen!

Sr. Chen!

"Meneer Chen!"

Maria grita.

roept Maria.

"Há um corpo debaixo da cama no quarto 237!"

"Er ligt een lichaam onder het bed in kamer 237!"

O Sr. Chen olha para Maria.

Meneer Chen kijkt naar Maria.

Tem certeza?

"Weet je het zeker?"

pergunta ele.

vraagt hij.

Sim!

Ja!

"Venha ver!"

"Kom kijken!"

diz Maria.

zegt Maria.

O Sr. Chen e a Maria voltam caminhando para o quarto 237.

Meneer Chen en Maria lopen terug naar kamer 237.

Eles entram juntos.

Ze gaan samen naar binnen.

O Sr. Chen se põe de quatro.

Meneer Chen gaat op zijn handen en knieën zitten.

Ele olha debaixo da cama.

Hij kijkt onder het bed.

Meu Deus!

Och hemel!

diz o Sr. Chen.

zegt meneer Chen.

"Maria, chame a polícia agora mesmo!"

"Maria, bel nu meteen de politie!"

Maria liga para a polícia no seu telefone.

Maria belt 112 op haar telefoon.

"Alô, precisamos de ajuda no Grand Moon Hotel."

"Hallo, we hebben hulp nodig in het Grand Moon Hotel."

Há um corpo morto no quarto 237.

"Er ligt een lijk in kamer 237."

A polícia chega em dez minutos.

De politie komt over tien minuten.

Eles usam uniformes azuis.

Ze dragen blauwe uniformen.

Eles fazem muitas perguntas à Maria.

Ze stellen Maria veel vragen.

"A que horas você encontrou o corpo?"

"Hoe laat heb je het lichaam gevonden?"

pergunta o Oficial Johnson.

vraagt agent Johnson.

"Às nove e meia da manhã," Maria responde.

"Om half tien vanmorgen," antwoordt Maria.

"Você tocou em alguma coisa no quarto?"

"Heb je iets aangeraakt in de kamer?"

Apenas os lençóis e as toalhas.

Alleen de lakens en handdoeken.

Eu estava limpando.

Ik was aan het schoonmaken.

A polícia examina tudo no quarto.

De politie kijkt naar alles in de kamer.

Eles tiram fotografias.

Ze maken foto's.

Eles colocam fita amarela ao redor da porta.

Ze plakken gele tape rond de deur.

Mais tarde, Maria descobre a verdade.

Later komt Maria de waarheid te weten.

A pessoa debaixo da cama era o Sr. Williams.

De persoon onder het bed was meneer Williams.

Ele estava hospedado no hotel a negócios.

Hij verbleef in het hotel voor een zakenreis.

A polícia acredita que ele teve um ataque cardíaco na segunda-feira à noite.

De politie denkt dat hij maandagnacht een hartaanval heeft gehad.

Ele tentou pegar o remédio debaixo da cama, mas não conseguiu se levantar.

Hij probeerde zijn medicijnen onder het bed vandaan te pakken, maar hij kon niet meer overeind komen.

Maria sente-se muito triste pelo Sr. Williams.

Maria heeft veel medelijden met meneer Williams.

Mas ela também se sente orgulhosa.

Maar ze voelt zich ook trots.

Ela ajudou a resolver um mistério.

Ze heeft geholpen een mysterie op te lossen.

A polícia agradece à Maria por ter ligado rapidamente.

De politie bedankt Maria voor het snel bellen.

No dia seguinte, Maria volta ao trabalho.

De volgende dag gaat Maria weer naar haar werk.

Ela limpa os quartos como sempre.

Ze maakt kamers schoon zoals altijd.

Mas agora ela sempre olha embaixo de cada cama com muito cuidado.

Maar nu kijkt ze altijd heel voorzichtig onder elk bed.

Ela nunca sabe o que pode encontrar.

Ze weet nooit wat ze zou kunnen vinden.

Maria conta sua história para a família durante o jantar.

Maria vertelt haar verhaal aan haar familie tijdens het avondeten.

Seus filhos escutam com os olhos arregalados.

Haar kinderen luisteren met grote ogen.

Elas acham que a mãe é muito corajosa.

Ze vinden hun moeder heel dapper.

"Você vai olhar embaixo das nossas camas hoje à noite?"

"Wil je vanavond onder onze bedden kijken?"

pergunta o filho mais novo.

vraagt haar jongste zoon.

Maria ri.

Maria lacht.

"Só se você limpar seu quarto primeiro!"

"Alleen als je eerst je kamer opruimt!"