De Ossen & de Wielen
Twee sterke ossen trokken een zware kar over een hobbelige weg.
Two strong oxen pulled a heavy cart down a bumpy road.
De wielen van de kar maakten luide geluiden terwijl ze draaiden.
The cart's wheels made loud noises as they turned.
KRAAK!
"CREAK!"
"PIEP!"
"SQUEAK!"
"KREUN!"
"GROAN!"
gingen de wielen bij elke draai.
went the wheels with every turn.
De ossen werkten zeer hard.
The oxen worked very hard.
Zij gebruikten al hun kracht om de zware kar te trekken.
They used all their strength to pull the heavy cart.
Maar zij bleven stil en klaagden niet.
But they stayed quiet and did not complain.
De luidruchtige wielen bleven geluid maken.
The noisy wheels kept making sounds.
"KRAAK!"
"CREAK!"
"PIEP!"
"SQUEAK!"
"KREUN!"
"GROAN!"
Uiteindelijk werden de ossen moe van het lawaai.
Finally, the oxen got tired of the noise.
Ze stopten met lopen en draaiden zich om naar de wielen te kijken.
They stopped walking and turned to look at the wheels.
"Waarom maken jullie zoveel lawaai?"
"Why do you make so much noise?"
vroegen de ossen.
asked the oxen.
"Wij doen al het zware werk."
"We do all the hard work."
"Wij trekken deze zware kar."
"We pull this heavy cart."
Wij zijn stil.
"We are quiet."
"Maar jij rolt maar voort en maakt de hele dag harde geluiden!"
"But you just roll along and make loud sounds all day!"
De wielen bleven kraken en piepen.
The wheels kept creaking and squeaking.
Ze hielden niet op met hun lawaai.
They did not stop their noise.
De ossen schudden hun hoofden en liepen verder.
The oxen shook their heads and kept walking.
Ze leerden dat degenen die het meest klagen vaak het minste werk doen.
They learned that those who complain the most often do the least work.