De Bundel Stokken
Een vader had vele zonen.
A father had many sons.
De zonen vochten altijd met elkaar.
The sons always fought with each other.
Ze maakten elke dag ruzie.
They argued every day.
De vader was erg bedroefd.
The father was very sad.
Op een dag riep de vader al zijn zonen bij zich.
One day, the father called all his sons.
Hij had een bundel takken die met touw waren samengebonden.
He had a bundle of sticks tied together with rope.
"Probeer deze bundel te breken,"
"Try to break this bundle,"
zei de vader tegen zijn oudste zoon.
the father said to his oldest son.
De oudste zoon deed zijn uiterste best.
The oldest son tried very hard.
Hij kon de bundel niet breken.
He could not break the bundle.
De stokken waren samen te sterk.
The sticks were too strong together.
"Probeer jij het eens,"
"You try,"
zei de vader tegen zijn tweede zoon.
the father said to his second son.
De tweede zoon probeerde en probeerde.
The second son tried and tried.
Ook hij kon de bundel niet breken.
He could not break the bundle either.
Alle zonen probeerden de bundel te breken.
All the sons tried to break the bundle.
Niemand kon het. Toen maakte de vader het touw los.
No one could do it. Then the father untied the rope.
Hij gaf elke zoon één stok.
He gave each son one stick.
"Probeer nu je stok te breken,"
"Now try to break your stick,"
zei hij.
he said.
Elke zoon brak zijn stok gemakkelijk.
Each son broke his stick easily.
De losse stokken waren erg zwak.
The single sticks were very weak.
De vader keek naar zijn zonen.
The father looked at his sons.
"Begrijpen jullie het?"
"Do you understand?"
vroeg hij.
he asked.
"Wanneer jullie samenblijven, zijn jullie sterk zoals de bundel."
"When you stay together, you are strong like the bundle."
"Wanneer jullie vechten en gescheiden blijven, zijn jullie zwak zoals de losse stokken."
"When you fight and stay apart, you are weak like the single sticks."
De zonen begrepen het.
The sons understood.
Ze stopten met vechten.
They stopped fighting.
Ze helpten elkaar.
They helped each other.
Samen waren zij sterk.
Together, they were strong.