De Mier & de Duif
Op een hete dag ging een kleine mier water drinken uit een rivier.
One hot day, a little ant went to drink water from a river.
De mier had veel dorst.
The ant was very thirsty.
De mier probeerde te drinken, maar hij viel in het water.
The ant tried to drink, but he fell into the water.
Het water was diep.
The water was deep.
De mier kon niet zwemmen.
The ant could not swim.
Hij was bang.
He was scared.
Help me!
"Help me!
"Help me!" riep de mier.
Help me!" cried the ant.
Een duif zat in een boom bij de rivier.
A dove was sitting in a tree near the river.
Zij zag de mier in het water.
She saw the ant in the water.
De duif wilde helpen.
The dove wanted to help.
De duif pakte een blaadje op met haar snavel.
The dove picked up a leaf with her beak.
Ze liet het blad in het water vallen bij de mier.
She dropped the leaf into the water near the ant.
"Klim op het blad!" zei de duif.
"Climb on the leaf!" said the dove.
De mier klom op het blad.
The ant climbed on the leaf.
Het blad droeg hem naar de oever van de rivier.
The leaf carried him to the side of the river.
De mier was veilig.
The ant was safe.
Dank je wel, duif!
"Thank you, dove!
"Je hebt mijn leven gered!" zei de mier.
You saved my life!" said the ant.
"Graag gedaan," zei de duif.
"You are welcome," said the dove.
De volgende dag kwam er een man met een net naar de boom.
The next day, a man came to the tree with a net.
Hij wilde de duif vangen.
He wanted to catch the dove.
De duif zag de man niet.
The dove did not see the man.
De mier zag de man.
The ant saw the man.
De mier wilde de duif helpen.
The ant wanted to help the dove.
De mier rende naar de man toe en beet hem in zijn voet.
The ant ran to the man and bit his foot.
"Au!" riep de man.
"Ouch!" shouted the man.
De duif hoorde de man roepen.
The dove heard the man shout.
Ze vloog snel weg.
She flew away quickly.
De duif was veilig.
The dove was safe.
Dank je wel, mier!
"Thank you, ant!
"Je hebt mijn leven gered!" zei de duif vanuit de lucht.
You saved my life!" said the dove from the sky.
De mier glimlachte.
The ant smiled.
Hij was blij om zijn vriend te helpen.
He was happy to help his friend.